De Islamitische maanden (kalender)
Na de migratie naar al-Medienah (voorheen bekend als Yathrib) waren de moslims in staat om de eerste echte moslim”gemeenschap” te organiseren en stichten met sociale, politieke en economische onafhankelijkheid. Het leven in al-Medienah stond de moslimgemeenschap toe om zich volledig te ontwikkelen en te versterken. En de mensen ontwikkelden een volledige samenleving/staat gebaseerd op islamitische principes.
De islamitische kalender is in vele islamitische landen de officiële kalender, in het bijzonder Saoedi-Arabië. Andere islamitische landen gebruiken de Gregoriaanse kalender voor civiele doelen en gebruiken de islamitische kalender alleen voor religieuze doelen.
Elk jaar 12 maanmaanden
Het islamitische jaar heeft 12 maanden die gebaseerd zijn op een maancyclus (die gemiddeld 29 tot 30 dagen duurt). Allah de Verhevene zegt in de Qor-aan (Nederlandstalige interpretatie): “Waarlijk, het aantal maanden bij Allah is twaalf maanden (in een jaar), volgens de bepaling van Allah op de Dag toen Hij de hemelen en de aarde schiep…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 36.]
En de profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) zei in zijn laatste toespraak vóór zijn dood, naast andere dingen (Nederlandstalige interpretatie): “De maanden bij Allah zijn twaalf; vier van hen zijn heilig; drie van deze zijn opeenvolgend en een vind alleen plaats tussen de maanden van Djoemaadah en Sha’baan.”
Islamitische maanden beginnen vanaf de zonsondergang van de eerste dag, de dag wanneer de nieuwe maan visueel waargenomen wordt. De profeet (Allahs zegeningen en vrede zijn met hem) heeft ons verteld dat als het bewolkt is en we de nieuwe maan niet kunnen zien, dan dienen we (m.b.t. het vasten in de maand Ramadhaan) de maand van Sha’baan te voltooien en het te beschouwen als bestaande uit 30 dagen.
Het maanjaar telt ongeveer 354 dagen, aldus verschuiven de maanden teruggaand door de seizoenen en lopen niet gelijk met de Gregoriaanse kalender (het verschuift jaarlijks ongeveer 10 dagen ten opzichte van de westerse kalender). (Klik op onderstaande afbeelding om het vergroot weer te geven.)
Allah de Verhevene zegt in Zijn Nobele Koran (Nederlandstalige interpretatie): “Zij vragen jou (O Moh’ammed) aangaande de nieuwe manen. Zeg: ‘Zij zijn (louter) tijdsaanduidingen voor de mensen en (indicaties voor het begin van) de h’adj. En het is niet al-birr (de deugdzaamheid, het goede, rechtschapenheid en vroomheid) dat jullie de huizen binnengaan via de achterzijden (tijdens de ih’raam), maar al-birr is de eigenschap van degene die (Allah) vreest. En betreed de huizen via hun (juiste) deuren. En vrees Allah, opdat jullie succesvol zullen zijn.’” [Soerat al-Baqarah (2), aayah 189.]
De maanden van het islamitische jaar zijn:
1. Moeh’arram (“Verboden” – het is een van de vier maanden gedurende het verboden is om oorlog te voeren of te vechten)
2. Saffar (“Leeg” of “Geel”)
3. Rabi’ Awwal (“Eerste lente”)
4. Rabi’ Thaanie of Rabi‘ al-Aakhir (“Tweede lente”)
5. Djoemaada Awal of Djoemaada al-Oela (“Eerste vorst”)
6. Djoemaada Thaanie of Djoemaada al-Aakhir (“Tweede vorst”)
7. Radjab (“Te respecteren” – dit is een andere heilige maand wanneer vechten verboden is)
8. Sha’baan (“Te verspreiden en distribueren”)
9. Ramadhaan (“Uitgedroogde dorst” – dit is de maand waarin men overdag vast)
10. Shawwaal (“Licht en krachtig/energiek te zijn”)
11. Dzoe al-Qie’dah (“De maand van rust” – een andere maand waarin oorlogsvoering of vechten niet toegestaan is)
12. Dzoe al-H’ieddjah (“De maand van h’adj” – dit is de maand van de jaarlijkse bedevaart naar Mekkah, wederom een maand waarin oorlog of vechten niet is toegestaan)

Allah de Verhevene zegt over deze maanden (Nederlandstalige interpretatie): “…Daarvan zijn er vier heilig; dat is de rechte religie. Dus doe daarin jullie zelf geen onrecht aan…” [Soerat at-Tawbah (9), aayah 36.]
Er zijn vier heilige of onschendbare maanden, namelijk de 1ste, 7de, 11de en 12de maand van de islamitische kalender, respectievelijk Moeh’arram, Radjab, Dzoel-Qie’dah en Dzoel-H’iddjah. Gedurende deze vier maanden is het verboden om oorlog te voeren of te vechten, tenzij men gedwongen wordt.
De h’adj (verplichte bedevaart) vindt plaats in de maand Dzoel al-H’iedjah.